Eikenprocessierups

De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlinder. In de periode juli tot september komen de onopvallende nachtvlinders uit de poppen. Ze legt haar eitjes vooral in de toppen van eikenbomen. Daar overwinteren ze. In het voorjaar komen de oranjekleurige rupsen van het eerste stadium uit de eipakketten.

Bij gunstige weersomstandigheden wordt de uitkomst van de eerste stadium rupsen gemeld vanaf begin april. Vanaf half mei tot juli kan men eikenprocessierups aantreffen in de vorm van plakkaten op de stammen en in nesten hangend in de oksel van takken.

’s Nachts gaan de eikenprocessierupsen in optocht (in processie) op zoek naar voedsel (eikenbladeren) in de bladkroon van de boom. De rups doorloopt in totaal zes stadia, waarna zij verpoppen in de nesten.

Van het derde tot en met het zesde stadium krijgen de eikenprocessierupsen borstels met brandharen De brandharen veroorzaken gezondheidsklachten. Contact met de rups kan voor irritaties aan huid, luchtwegen en ogen zorgen.

Herkennen

De rugzijde van de volgroeide rupsen is blauwgrijs en de buikzijde groengrijs. De kop is zwartbruin. Het lichaam van de rups is bedekt met lange witte haren. Op de rugzijde heeft de rups segmenten met honderdduizenden korte, zeer gemakkelijk loslatende brandharen, zogenaamde borstels.

De rupsen in het laatste stadium kunnen een lengte bereiken van ca. 3 cm. De rupsen leven altijd in groepen. Behalve de rupsen, hebben ook de vlinders beharing op hun lijf die irriterend is.

Terug naar de hoofdpagina