Zorg voor dieren

Caroline van de Burgt is ambassadeur voor de biodiversiteit en schrijft maandelijks over biodiversiteit en wat ze allemaal tegenkomt in haar tuin.

CarolineIn de film ‘7 years in Tibet’ raken de monniken op een gegeven moment in de stress omdat ze bij het graven zien dat ze de wormen verstoren. Ik moest daar destijds hartelijk om lachen, want zo schiet een verbouwing natuurlijk nooit op. Nu lijk ik soms zelf op zo’n monnik.

Als ik bij het weghalen van wat potten de verstoorde blik zie van een dikke pad die daar verkoeling zoekt, pak ik hem op en zoek ik een koel alternatief voor hem. Hij moet tenslotte blijven leven om slakken op te eten.

Ik heb de neiging om sorry te zeggen als ik een groep pissebedden uit elkaar haal bij het weghalen van een stapel stenen, omdat ik weet dat het echte familiedieren zijn. En zij zijn belangrijk voor het opruimen van dode plantenresten

In de brandnetel die ik weghaal blijken rupsen van de dagpauwoog te zitten. Ik zoek een brandnetel die wel mag blijven staan en leg ze stilzwijgend uit dat ze even over moeten wandelen naar deze nieuwe plant: als je van vlinders houdt, moet je ook goed voor de rupsen zorgen.

En zo rommel ik wat aan. Niet omdat ik een watje ben, maar omdat ik ervan overtuigd ben dat al het leven in de tuin een rol heeft in ons ecosysteem en hoe gezonder de tuin, hoe minder plagen en ziektes er komen.

Verder doe ik in de zomer liever geen grote graafklussen, omdat de meeste planten (en zeker struiken en bomen) het met de warmte en droogte al zwaar genoeg hebben. Als hun wortels dan ook nog beschadigd worden moet ik ze de rest van de zomer achterna lopen met water geven en daar heb ik geen zin in. Want constant in de weer zijn met water geven, dat vind ík pas monnikenwerk...